Kankersoorten

Kankersoorten zijn verschillende ziekten die ontstaan uit ongecontroleerde celdeling en die potentieel kunnen uitgroeien tot uitzaaiing. Ze verschillen sterk in oorsprong, gedrag en behandeling. Veelal wordt onderscheid gemaakt naar het weefsel van oorsprong en naar histopathologische kenmerken. Een belangrijke scheiding is tussen solide tumoren en hematologische kankers.

Solid tumoren ontstaan in organen en weefsels zoals long, borst, darm, lever en huid. Binnen solid tumoren wordt onderscheid gemaakt tussen carcinomen (uit epitheel), sarcomen (uit bind- en steunweefsels) en andere primaire tumoren die in organen voorkomen. Huidkanker omvat onder meer basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom.

Daarnaast bestaan hematologische kankers: leukemieën (bloedvormende cellen), lymfomen (lymfoïde weefsels) en myeloomachtige aandoeningen. Er zijn vele subtypes met specifieke moleculaire kenmerken die prognose en behandeling bepalen. Moderne classificatie maakt gebruik van moleculaire markeringsprofielen en genetische mutaties.

Diagnose gebeurt via combinatie van beeldvorming, weefselonderzoek (biopsie) en bloedonderzoek. Behandeling hangt af van type en stadium en kan chirurgie, bestraling, chemotherapie, gerichte therapieën en immunotherapie omvatten. Stadiëring gebeurt vaak volgens systemen zoals TNM en is belangrijk voor behandelkeuzes. Preventie en screening variëren per type kanker.

De prognose varieert sterk per type en stadium; vroege detectie verbetert vaak de kans op succesvol behandelbare aandoeningen. Kankersoorten vormen gezamenlijk een van de meest voorkomende ziektebeelden wereldwijd.