Interspecifiek

Interspecifiek is een term uit de ecologie en evolutiebiologie die verwijst naar interacties tussen verschillende soorten. Het beschrijft hoe soorten elkaar beïnvloeden in populaties en gemeenschappen, met gevolgen voor aantallen, verspreiding en evolutie.

Interspecifieke interacties kunnen antagonistisch zijn, zoals predatie, parasitisme en herbivorie, of competitie terwijl twee of meer soorten strijden om dezelfde hulpbronnen. Ze kunnen ook mutualistisch zijn, waarbij beide partijen voordeel hebben, of commensaal, waarbij de ene soort voordeel heeft zonder de andere te schaden. Voorbeelden hiervan zijn samenwerking tussen bestuivers en planten, symbiotische verbindingen zoals mycorrhizae die planten helpen bij voedingsopname, en associative relaties waarbij de ene soort voordeel haalt zonder noemenswaardige invloed op de ander.

Interspecifieke voortplanting en hybridisatie doen zich ook voor: sommige soorten kunnen onderling voortplanten, wat hybriden oplevert (bijvoorbeeld een muildier, een kruising tussen paard en ezel). Hybride kunnen vruchtbaar of onvruchtbaar zijn, wat postzygotische isolatie weerspiegelt. In sommige gevallen komen hybriden voor in zones waar de verspreidingsgebieden elkaar raken, wat gene flow tussen soorten mogelijk maakt en de evolutie en grenzen tussen soorten beïnvloedt.

Het belang van interspecifieke interacties ligt in het begrijpen van de structuur van ecosystemen, niches en biodiversiteit. Ze bepalen welke soorten naast elkaar kunnen bestaan, hoe ecosystemen reageren op verstoringen en hoe soortensamenstelling evolueert door selectie en, waar mogelijk, genstroom tussen soorten.