Infantvoeding

Infantvoeding verwijst naar de voeding van zuigelingen en jonge kinderen, vanaf de geboorte tot ongeveer twee jaar. In de eerste zes maanden wordt aanbevolen uitsluitend borstvoeding or een geschikte kunstvoeding als voeding, zodat het kind de belangrijkste voedingsstoffen via melk binnenkrijgt. Borstvoeding is de natuurlijke vorm; kunstvoeding is een alternatief wanneer borstvoeding niet of niet volledig mogelijk is. Voor alle zuigelingen geldt vaak vitamine D-supplementatie.

Vanaf ongeveer zes maanden kan geleidelijk met aanvullende voeding worden gestart, terwijl de melkvoeding voortgezet wordt. Dit wordt complementaire voeding genoemd. Het doel is om voldoende energie, ijzer en andere voedingsstoffen binnen te krijgen en tegelijk kennis te maken met verschillende smaken en texturen. Begin met gepureerde groenten en fruit, aardappelpuree en subsequently granen, eiwitbronnen en zuivelproducten zoals yoghurt en kaas (niet als hoofddrankje). Introduceer één nieuw voedingsmiddel tegelijk en let op eventuele allergische reacties.

Bij flesvoeding dienen flessen en flessennippels schoon te zijn en volgens de aanwijzingen van het product te worden bereid. Gebruik veilig drinkwater en gooi restjes weg na het voeden. Honing mag pas na het eerste levensjaar worden aangeboden. Vermijd onveilige voedingsmiddelen, zoals rauw vlees of vis, ongepaste dranken en een hoge inname van suiker en zout.

De voedingsbehoefte varieert per kind; bij twijfels of gezondheidsproblemen kan advies worden gevraagd aan een huisarts, pediater of diëtist.