Gemeten

Gemeten is het voltooid deelwoord van meten, een Nederlands werkwoord dat “iemand of iets meten” betekent. Het woord wordt gebruikt in verschillende grammaticale functies, vooral als deelwoord in samengestelde tijden en als bijvoeglijk naamwoord in combinaties als “gemeten waarden” of “gemeten lengte”.

In de grammatica functioneert gemeten als deelwoord vormen: in verbale constructies met hebben wordt bijvoorbeeld gezegd: “Ik heb gemeten” of “We hebben de afmetingen gemeten.” In de passieve constructie met worden kan het deelwoord ook voorkomen, bijvoorbeeld “Het gewicht wordt gemeten” of “Het gewicht werd gemeten.” Daarnaast kan gemeten als bijvoeglijk naamwoord een moreel of feitelijk oordeel geven over de uitkomsten, zoals in “de gemeten waarden” of “de gemeten hoogte”.

In wetenschappelijke en technische contexten verwijst gemeten vaak naar gegevens die door meting zijn verkregen in plaats van berekend. De term helpt onderscheid te maken tussen gemeten waarden en theoretische, berekende of geschatte waarden. Het gebruik van gemeten waarden is essentieel in metrologie, kwaliteitscontrole en onderzoeksrapporten, waar de betrouwbaarheid en representativiteit van metingen centraal staan.

Historisch gezien is gemeten verbonden met talloze metende instrumenten en methoden, variërend van eenvoudige linialen en weegschalen tot geavanceerde sensorsystemen. De term blijft algemeen toegepast in talen en vakgebieden die numerieke waarnemingen vereisen.

Zie ook: meten, meting, meetinstrument, statistiek, metrologi.