DNSinstellingen

DNSinstellingen bepalen welke DNS-servers een apparaat gebruikt om domeinnamen om te zetten naar IP-adressen. Door deze instelling te kiezen, bepaalt de gebruiker welke resolver verantwoordelijk is voor het opzoeken van recordtypen zoals A en AAAA. De DNS-resolutie beïnvloedt snelheid, betrouwbaarheid en soms privacy en toegang tot inhoud.

Een apparaat ontvangt doorgaans DNS-instellingen via DHCP van de netwerkrouter of van de internetprovider. Je kunt ze ook handmatig wijzigen in de netwerkinstellingen. Onder de instellingen bevinden zich meestal de adressen van ten minste een primaire en een secundaire DNS-server en soms een alternatieve, bijvoorbeeld voor failover.

Veelgebruikte publieke DNS-diensten zijn beschikbaar van verschillende aanbieders. Het kiezen van een andere resolver kan resulteerden in snellere antwoorden of betere privacy. Let bij het gebruik van gratis of derden-diensten op mogelijke logging en vereisten voor vertrouwen; kies een server die betrouwbaar is en bij voorkeur transparant communiceert over privacy.

Sommige opties omvatten DNS-over-HTTPS of DNS-over-TLS, waarmee DNS-queries versleuteld worden tussen de client en de resolver ter verhoging van privacy en beveiliging. In bedrijfsnetwerken kan DNSSEC-validatie worden ingeschakeld om te controleren of DNS-responses zijn ondertekend en daarmee betrouwbaarder te zijn.

Het wijzigen van DNS-instellingen is afhankelijk van het apparaat en het besturingssysteem. Raadpleeg de documentatie van Windows, macOS of mobiele platforms voor specifieke stappen.