Home

Cpeptideconcentraties

C-peptideconcentraties verwijzen naar de hoeveelheid C-peptide in het bloed en dienen als marker voor endogene insulineproductie. C-peptide ontstaat tijdens de afbraak van proinsuline in de β-cellen van de alvleesklier en wordt in gelijke moleculaire verhoudingen met insuline uitgescheiden. Doordat C-peptide langer circuleert en niet door de lever wordt afgebroken, weerspiegelt de C-peptideconcentratie beter de eigen insulineproductie dan de plasma-insuline bij toediening van exogeen insulinemedicijn. Metingen gebeuren in plasma of serum met immunoassays; resultaten worden doorgaans gerapporteerd in ng/mL of nmol/L, waarbij 1 ng/mL ongeveer 0,33 nmol/L is.

Toepassingen en interpretatie: C-peptideconcentraties worden gebruikt om endogene insulineproductie te beoordelen, bijvoorbeeld om type 1- versus

Overige overwegingen: de interpretatie hangt af van de gebruikte assay en van klinische context. Nierfunctie, leeftijd,

type
2-diabetes
te
onderscheiden
en
de
resterende
β-celfunctie
te
monitoren.
Ze
zijn
ook
nuttig
bij
de
evaluatie
van
onverklaarde
hypoglykemie
en
bij
het
bepalen
of
insulinetoediening
al
dan
niet
endogeen
geproduceerde
insuline
weerspiegelt
(bij
exogene
insuline
is
C-peptide
vaak
laag
of
normaal).
In
patiënten
met
nierfunctiebeperkingen
kunnen
C-peptideconcentraties
verhoogd
zijn
door
verminderde
klaring.
body
mass
index
en
acute
ziekten
kunnen
de
waarden
beïnvloeden.
Stimulus-tests
zoals
glucosestimulus,
gemengde
maaltijd
of
arginine
kunnen
worden
toegepast
om
de
maximale
β-celrespons
te
evalueren
wanneer
de
fastingmeting
onvoldoende
informatie
levert.