Home

Basisadjectief

Basisadjectief is de term die wordt gebruikt in taalkunde om de basisvorm, oftewel het lemma, van een bijvoeglijk naamwoord aan te duiden. Deze basisvorm is de vorm die in woordenboeken als uitgangspunt wordt vermeld en dient als bouwsteen voor alle afgeleide vormen en vervoegingen van het woord. In die zin is het de referentiepunt waarmee de rest van de verbuigingen kan worden afgeleid.

In het Nederlands ondergaan bijvoeglijke naamwoorden meestal aanpassingen voor vergelijking en, afhankelijk van de context, voor

Enkele voorbeelden illustreren dit patroon: het basisadjectief groot leidt tot groter (vergrotende trap) en grootste of

In lexicografie en onderwijs fungeert de basisadjectief als hoofdlemma: de vorm waarmee het woord in het woordenboek

getal
en
geslacht.
Vanuit
de
basisadjectief
ontstaan
de
varianten
voor
de
graden
van
vergelijking:
de
vergrotende
trap
en
de
overtreffende
trap.
Deze
varianten
worden
doorgaans
gevormd
door
toevoeging
van
suffixen
aan
de
basis,
bijvoorbeeld
door
-er
voor
de
vergrotende
trap
en
-st
of
-este
voor
de
overtreffende
trap,
met
enkele
onregelmatigheden
voor
bijzondere
woorden.
grootste
als
overtreffende
trap,
en
bij
onregelmatige
vormen
zoals
goed
ontstaan
beter
en
beste.
Andere
basale
vormen
kunnen
meer
regelmatige
inflectie
volgen
of,
afhankelijk
van
de
context,
afwijkende
patronen
hebben.
staat
en
die
als
startpunt
dient
voor
de
afgeleide
vormen.
Daarnaast
onderscheidt
men
vaak
tussen
de
basisvorm
en
afgeleide
adjectieven
die
met
voor-
of
achtervoegsels
zijn
gevormd,
zoals
groenachtig
of
zeldzaam.
Het
begrip
helpt
bij
grammaticale
beschrijving,
leerwerk
en
notering
in
woordenboeken.