Applicatieinfrastructuur

Applicatieinfrastructuur is de verzameling van fundamenten, services en processen die nodig zijn om softwareapplicaties te ontwikkelen, te leveren en te draaien. Het omvat zowel de technologische lagen als de organisatorische praktijken die de werking van applicaties mogelijk maken, van hardware en netwerken tot besturingssystemen, middleware, runtime-omgevingen en beheerprocessen.

De belangrijkste componenten bestaan uit drie lagen. De infrastructuurlaag omvat servers, opslag, netwerken, virtualisatie en beveiliging. De platformlaag bevat middleware, databases, containerisatie, orkestratie en runtime-omgevingen die applicaties ondersteunen. De toepassingslaag tenslotte omvat de software zelf en de bijbehorende services die gebruikers ervaren. Moderne infrastructuur integreert bovendien clouddiensten, automatisering en orchestratie om schaalbaarheid en flexibiliteit te vergroten.

Deelnemers en modellen variëren per organisatie. Applicatieinfrastructuur kan on-premises zijn, in de publieke of private cloud plaatsvinden, of in een hybride model worden gecombineerd. In de praktijk zien veel organisaties een verschuiving naar IaaS, PaaS of SaaS, samen met cloud-native benaderingen zoals containers en Kubernetes, en serverless-architecturen voor specifieke workloads.

Belangrijke kenmerken zijn betrouwbaarheid, beschikbaarheid, veiligheid en prestaties. Automatisering, standaardisatie, monitoring en incidentbeheer spelen een cruciale rol. Governance en compliance-eisen bepalen hoe changes, updates en backups worden uitgevoerd en gedocumenteerd.

De infrastructuur vormt de basis waarop softwareontwikkeling en operationeel beheer plaatsvinden. Ze ondersteunt DevOps, continuïnde levering en snelle iteraties, terwijl alignment met bedrijfsdoelstellingen en risicobeheer daarmee behouden blijft.