voegwoordsverbanden
Voegwoordsverbanden zijn de verbindingen die zinnen of zinsdelen met elkaar in relatie brengen door middel van voegwoorden. In het Nederlands dienen ze als signaalwoorden die de tekst structureren en de samenhang verhogen. Ze drukken uiteenlopende relaties uit, zoals tijd, oorzaak, gevolg, voorwaarde, doel, vergelijking, tegenstelling en opsomming. Vaak worden ze onderverdeeld in nevenschikkende voegwoorden, die clausules van gelijke waarde verbinden, en onderschikkende voegwoorden, die een hoofdzin met een bijzin verbinden.
Nevenschikkende voegwoorden verbinden hoofdzinnen van gelijke rang. Voorbeelden zijn en, maar, of, want en dus. Ze
Onderschikkende voegwoorden introduceren een bijzin die afhankelijk is van de hoofdzin. Voorbeelden zijn dat, omdat, terwijl,
Voegwoordsverbanden dragen bij aan coherentie en duidelijkheid, doordat ze de relatie tussen uitspraken expliciet maken. Ze