Home

uitwijkt

Uitwijkt is in de Nederlandse taal meestal geen zelfstandig gebruikte infinitief of persoonsvorm. De juiste standaardvorm voor de werkwoordcombinatie is separabel en bestaat uit twee woorden: wijkt uit. Het werkwoord zelf is uitwijken, waarvan de basisbetekenis het afwijken, afbuigen of verplaatsen van een geplande route of norma, is. De aanhangende vorm uitwijk is een zelfstandig naamwoord en verwijst naar een afwijking, een alternatieve plaats of route, bijvoorbeeld in emergency planning of transport.

In praktijk wordt uitwijken vaak in contexten gebruikt waarin iemand of iets afwijkt van een verwachte richting

Etymologisch komt uitwijkt van het voorvoegsel uit- bij het werkwoord wijken, dat “afstand nemen van een koers”

Zie ook: uitwijk, uitwijkroute, uitwijklocatie, afwijken, uitwijken.

of
standaard.
In
verkeerssituaties
spreekt
men
bijvoorbeeld
over
“de
auto
wijk
uit
naar
de
vluchtstrook”
(veelgebruikte
formulering
is
“wijkt
uit”).
In
plannings-
en
veiligheidsdalen
komt
het
verwante
begrip
uitwijk
of
uitwijkroute
voor:
dit
verwijst
naar
een
alternatief
pad
of
een
veilig
plan
B-oplossing
bij
storingen
of
calamiteiten.
Andere
afgeleide
termen
zijn
uitwijklocatie
en
uitwijkregeling,
die
aangewezen
locaties
of
procedures
beschrijven
die
worden
ingezet
om
risico’s
te
beheersen.
of
“afwijken
van
het
patroon”
aanduidt.
Het
verwant
is
aan
woorden
als
afwijking
en
uitwijking,
die
meer
als
zelfstandig
naamwoord
of
proces
aangeven.