uitsplitsbaar
Uitsplitsbaar is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat aanduidt dat iets kan worden opgesplitst in afzonderlijke onderdelen. Het woord is opgebouwd uit het voorvoegsel uit-, het werkwoord splitsen en het achtervoegsel -baar, dat vermogen of mogelijk aangeeft. De term legt de nadruk op de mogelijkheid om een geheel in betekenisvolle componenten te verdelen. Het tegenovergestelde is niet-uitsplitsbaar of moeilijk uitsplitsbaar.
In verschillende vakgebieden wordt het begrip gebruikt. In wiskunde en informatica spreekt men van uitsplitsbare objecten
Uitsplitsbaarheid verschijnt vaak in definities en algoritmen, maar kan ook in het alledaagse taalgebruik voorkomen wanneer