Home

uitsplitsbaar

Uitsplitsbaar is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat aanduidt dat iets kan worden opgesplitst in afzonderlijke onderdelen. Het woord is opgebouwd uit het voorvoegsel uit-, het werkwoord splitsen en het achtervoegsel -baar, dat vermogen of mogelijk aangeeft. De term legt de nadruk op de mogelijkheid om een geheel in betekenisvolle componenten te verdelen. Het tegenovergestelde is niet-uitsplitsbaar of moeilijk uitsplitsbaar.

In verschillende vakgebieden wordt het begrip gebruikt. In wiskunde en informatica spreekt men van uitsplitsbare objecten

Uitsplitsbaarheid verschijnt vaak in definities en algoritmen, maar kan ook in het alledaagse taalgebruik voorkomen wanneer

wanneer
een
structuur
kan
worden
opgesplitst
in
onafhankelijke
subobjecten
die
samen
het
geheel
vormen;
bijvoorbeeld
een
string
die
kan
worden
opgesplitst
in
substrings
of
een
dataset
die
kan
worden
verdeeld
in
kolommen.
In
taalkunde
en
linguïstiek
kan
een
woord
of
zin
als
uitsplitsbaar
worden
beschouwd
in
morfemen
of
zinsdelen,
zodat
de
opbouw
van
betekenis
kan
worden
geanalyseerd.
In
chemie
en
natuurkunde
kan
men
spreken
van
uitsplitsbare
systemen
of
verbindingen
die
door
ontleding
in
kleinere
componenten
kunnen
worden
verdeeld.
iets
eenvoudig
in
losse
stukken
kan
worden
doorbroken.
Verwante
termen
zijn
onder
meer
deelbaar,
splitsbaar
en
ontleedbaar.