studeert

Studeert is de tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord studeren in de derde persoon enkelvoud. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iemand op dit moment bezig is met studie, meestal in een academische of onderwijscontext. Voorbeelden: Hij studeert rechten aan de universiteit. Zij studeert biologie aan een universiteit in Amsterdam.

Conjugatie in de tegenwoordige tijd kan overzichtelijk als volgt worden weergegeven: ik studeer, jij studeert, hij studeert, wij studeren, jullie studeren, zij studeren. De derde persoon enkelvoud heeft dus de vorm studeert (studeert), afhankelijk van het onderwerp hij of zij. De verleden tijd en voltooide tijden volgen andere vervoegingen, maar blijven gebaseerd op de stam studer-.

Etymologie en verwante termen: het werkwoord studeren is ontleend aan de gedachte van aandacht en inzet bij leren. De wortel is gerelateerd aan het zelfstandig naamwoord studie en heeft wortels in het Latijn (studere, studium) via Middelnederlandse vormen. Verwante woorden zijn onder andere studie, student en studentikoos, die allen met leren en onderwijs te maken hebben.

Algemene gebruikscontext: studeren beschrijft doorgaans actief leren, cursussen volgen, examens voorbereiden of een programma van onderwijs volgen. Het woord is veelvoorkomend in academische, onderwijs- en arbeidssituaties, en kan verwijzen naar zowel voltijds als deeltijds leren.