Home

slijmklieren

Slijmklieren zijn klieren die slijm afscheiden, een stroperige vloeistof die slijmvliezen bevochtigt, beschermt en reinigt. Slijm bevat water, elektrolyten en mucinen (glycoproteïnen) en vormt samen met vloeistof een viskeuze laag. Het slijm vangt stofdeeltjes en micro-organismen en ondersteunt de mucociliaire klaring, een proces waarbij trilhaartjes het slijm richting keel transporteren.

Er bestaan zowel unicellulaire slijmbekercellen (goblet cells) als multicellulaire slijmkliervormen in de wand van slijmvliesoppervlakken. In

Functie en fysiologie: mucus dient als barrière tegen invloeden van buitenaf, houdt de weefsels vochtig en

Klinische relevantie: overmatige slijmproductie bij infecties, allergieën of ontstekingen kan ademhalingsklachten veroorzaken, terwijl abnormale slijmviscositeit bij

Zie ook: mucines, mucociliaire klaring, goblet cells.

de
luchtwegen
bevinden
zich
submucosale
slijmklierten
die
extra
mucus
afscheiden;
in
het
spijsverteringskanaal
en
andere
mucosale
oppervlakken
komen
ook
slijmkliervormen
voor.
De
mate
en
locatie
van
afscheiding
variëren
per
weefsel
en
kunnen
beïnvloed
worden
door
fysiologische
toestand,
irritatie
of
ontsteking.
maakt
het
mogelijk
om
ingeademde
deeltjes
en
microben
op
te
vangen
en
via
de
mucociliaire
klaring
te
verwijderen.
De
viscositeit
en
samenstelling
van
mucus
worden
beïnvloed
door
mucine-typen,
hydratatie
en
ionenbalans.
Regelgeving
van
slijmsecretie
gebeurt
onder
meer
door
het
parasympathische
zenuwstelsel
en
ontstekingsmediatoren.
aandoeningen
zoals
cystische
fibrose
en
bepaalde
chronische
luchtwegaandoeningen
de
klaring
bemoeilijkt.
Uitdroging,
medicatie
en
omgevingsfactoren
kunnen
de
slijmvliezen
eveneens
beïnvloeden.