Home

reperfusieletsel

Reperfusieletsel is de schade aan weefsels die optreedt wanneer de bloedtoevoer na een periode van ischemie plotseling wordt hersteld. Hoewel reperfusie essentieel is om weefsel te redden, kan zij zelf extra schade veroorzaken en de initiële ischemische schade vergroten. Vaak treft reperfusieletsel vitale organen zoals het hart, de hersenen, de nieren en de lever, bijvoorbeeld bij een hartinfarct of beroerte.

De onderliggende mechanismen zijn complex en multifactorieel. Bij het herstel van de bloedstroom ontstaan reactieve zuurstofsoorten

Klinisch heeft reperfusieletsel invloed op de uitkomst van verschillende aandoeningen. In het hart kan reperfusieletsel leiden

(ROS)
die
cel-
en
weefselstructuren
beschadigen.
Calciumoverbelasting
in
de
cellen,
ontstekingsreacties
met
neutrofiele
granulocyten,
en
endotheelstoornissen
dragen
bij
aan
een
disfunctie
van
de
microcirculatie
en
microvasculaire
obstructie.
Mitochondriale
schade
speelt
een
centrale
rol,
onder
andere
via
opening
van
de
mitochondrial
permeability
transition
pore
(mPTP),
wat
leidt
tot
celdood
en
functieverlies.
Ook
complementactivatie
en
cytokinen
spelen
een
rol
in
de
ontstekingsfase
van
reperfusie.
tot
hartritmestoornissen,
stunning
en
no-reflow,
terwijl
hersenen
en
andere
organen
kunnen
uitpuilen
met
vergelijkbare
schade.
Preventie
en
behandeling
richten
zich
op
voorconditioning
(ischemisch
preconditioning),
remote
ischemic
conditioning,
gecontroleerde
reperfusie
en
onderzoek
naar
antioxydantia,
anti-inflammatoire
middelen
en
MPTP-gerichte
therapieën.
Klinische
resultaten
zijn
wisselend,
en
er
is
nog
geen
universele
farmacologische
remedie
tegen
reperfusieletsel.