Home

placentaabruptie

Placentaabruptie, ook wel placenta-abruptie genoemd, is een obstetrische noodsituatie waarbij de placenta vroegtijdig loslaat van de wand van de baarmoeder tijdens de zwangerschap, meestal in het derde trimester. Het kan leiden tot hevig bloedverlies en onvoldoende zuurstoftoevoer voor de foetus, met risico op ernstige complicaties voor moeder en kind.

Oorzaken en risicofactoren: Een abruptie ontstaat vaak door meerdere factoren; in veel gevallen is geen directe

Symptomen en diagnostiek: Symptomen variëren; bloedverlies kan aanwezig zijn maar ook ontbreken. Vaak zijn er plotselinge

Behandeling en management: Afhankelijk van ernst, zwangerschapsleeftijd en stabiliteit van moeder en kind. Stabiele patiënten met

Prognose en preventie: De uitkomst hangt af van de hoeveelheid bloedverlies en de snelheid van behandeling.

---

oorzaak
aanwijsbaar.
Belangrijke
risicofactoren
zijn
maternale
hypertensie
of
pre-eclampsie,
traumatisch
buikletsel,
roken,
cocaïne-
of
ander
drugsgebruik,
hoge
pariteit,
polyhydramnion
of
een
meerlingzwangerschap,
eerder
doorgemaarde
placentaabruptie
en
stoornissen
in
de
bloedstolling.
buikpijn,
een
stijvende
of
harde
baarmoeder
en
tekenen
van
foetale
distress.
Diagnose
is
primair
klinisch
en
wordt
ondersteund
door
monitoring;
echografie
kan
helpen
bij
uitsluiting
van
andere
oorzaken
maar
heeft
geen
perfecte
gevoeligheid
om
abruptie
vast
te
stellen.
Bloedonderzoek
(hemoglobine,
trombocyten,
stollingsparameters)
en
bloedgroep/bloedtransfusieplanning
zijn
nodig
bij
hevig
bloedverlies.
geringe
bloeddrukverlies
en
vroege
zwangerschapsleeftijd
vereisen
often
nauwkeurige
monitoring;
bij
ernstige
bloedingen
of
foetale
distress
is
snelle
levering
aangewezen,
meestal
via
keizersnede.
Bij
milde,
stabiele
gevallen
vóór
34
weken
kan
een
afwachtende
aanpak
met
intensieve
observatie
en
corticosteroïden
voor
foetale
longrijping
overwogen
worden.
Met
tijdige
zorg
is
materiële
mortaliteit
zeldzaam
in
goed
uitgeruste
zorgsystemen;
perinatale
risico
blijft
bestaan,
vooral
bij
vroege
levering.
Preventie
richt
zich
op
beheersing
van
risicofactoren
zoals
hypertensie,
geen
roken,
geen
drugs
en
adequate
prenatale
zorg.