plaatjesantistoffen
Plaatjesantistoffen zijn immunoglobulinen die gericht zijn tegen oppervlakteantigenen op bloedplaatjes. Deze antistoffen kunnen auto-immuun van aard zijn (tegen eigen plaatjes) of allo-immunologisch ontstaan na blootstelling aan vreemde plaatjes, bijvoorbeeld tijdens zwangerschap of bloedtransfusie.
Allo-anti-plaatjesantistoffen ontstaan vaak bij de moeder wanneer een fetus plaatjesantigenen erft van de vader. De moeder
Werkingsmechanisme: antistoffen binden aan platelets en markeren ze voor afbraak door fagocytose in de milt; sommige
Klinische betekenis: plaatgeberantistoffen spelen een rol bij neonatal allo-immune thrombocytopenia (NAIT), posttransfusie purpura (PTP) en auto-immune
Detectie: laboratoriumtests zoals MAIPA (monoclonal antibody-specific immobilization of platelet antigen), flowcytometrie en ELISA kunnen aanwezigheid van
Behandeling en diagnostiek: afhankelijk van de aandoening. NAIT kan behandeling met IVIG aan moeder of prenatale/neonatale