Home

pijngevallen

Pijngevallen, ook wel pijnepisoden of aanvallen genoemd, verwijzen naar afzonderlijke momenten waarop iemand pijn ervaart. Ze onderscheiden zich van een doorlopende chronische pijn door hun episodische karakter: de pijn komt opzetten, varieert in plek, intensiteit en duur, en kan daarna weer verdwijnen.

Oorzaken zijn divers en hangen samen met de onderliggende aandoening. Pijngevallen komen voor bij migraine en

Beoordeling van pijngevallen gebeurt meestal aan de hand van patiëntrapportage: pijnintensiteit (bijv. op een 0-10-schaal), locatie,

Behandeling richt zich op de onderliggende aandoening en op het verminderen van de episodische pijn. Mogelijke

andere
hoofdpijnstoornissen,
artritis
en
musculoskeletale
pijn,
neuropathische
pijn,
kankergerelateerde
pijn
en
aandoeningen
van
het
cardiovasculaire
systeem
zoals
angina
pectoris.
Triggers
kunnen
lichamelijke
inspanning,
stress,
ontsteking,
medicatieverschillen
of
spontane
variaties
zijn.
aard
(brandend,
stekend,
kloppend),
duur,
frequentie
en
de
invloed
op
functioneren.
Pijnregistratie
zoals
dagboeken
of
ecologische
momentmetingen
(EMA)
kan
helpen
bij
het
identificeren
van
patronen
en
het
evalueren
van
behandelingen.
maatregelen
zijn
medicatie
(paracetamol,
NSAID's
of,
wanneer
passend,
adjuvante
middelen)
en
niet-farmacologische
interventies
(fysiotherapie,
cognitieve
gedragstherapie,
ontspanning,
warmte-
of
koudetherapie).
Voor
preventie
en
controle
kunnen
leefstijlaanpassingen
en
specifieke
behandelprotocollen
per
aandoening
worden
toegepast.
Terminologie
varieert
tussen
disciplines;
men
verwijst
vaak
naar
pijnepisoden
of
pijncrises
in
onderzoek
en
klinische
notities.