Home

oppervlaktegladheid

Oppervlaktegladheid, of oppervlaktegladheid, is de mate waarin een oppervlak vlak en glad aanvoelt en er uitziet, gemeten aan de hand van de micro- en macro-topografie van het oppervlak. Het geeft de hoogte- en dieptevariaties van de oppervlaktestructuur weer ten opzichte van een ideale vlakvoering. Een lagere gladdheidscode betekent doorgaans een finere, gelijkmatigere structuur, terwijl een hogere waarde duidt op grotere oneffenheden.

De gladdheid wordt meestal kwantitatief uitgedrukt met parameters uit de profiel- of arealmeting. Voor lijnprofielen zijn

Toepassingen en belang: oppervlaktegladheid beïnvloedt wrijving, slijtage, afdichting, lekweerstand, geluidsniveau en esthetiek. Procesparameters, gereedschappen, afwerkingstechnieken en

Ra
(gemiddelde
afwijking
van
de
hoogte),
Rz
(gemiddelde
piek-dalafstand)
en
Rt
(totale
hoogte
van
toppen
en
dalen)
gangbaar.
Voor
3D-arealmetingen
zijn
Sa,
Sq
en
Sz
gebruikelijke
equivalenten.
Metingen
vindt
men
plaats
met
contactprofilometrie
(een
stijlvormige
tip
langs
het
oppervlak)
of
met
niet-contactmethoden
(oplossen,
confocaal
of
interferometrisch).
Industriële
normen
en
standaarden,
zoals
ISO
4287,
ISO
4288
en
ISO
25178,
bepalen
definities,
meetomstandigheden
en
classificaties,
vaak
aangevuld
door
ASME
B46.1
in
sommige
sectoren.
materiaalkeuzes
bepalen
de
uiteindelijke
gladdheid.
Gemeenschappelijke
bewerkingsprocessen
die
gladdheid
beïnvloeden
zijn
draaien,
frezen,
slijpen,
polijsten
en
chemische/elektrochemische
afwerkingen.
Een
geschikte
gladdheid
is
cruciaal
voor
functionele
vereisten
in
motoronderdelen,
precisie-instrumenten,
afdichtingen
en
consumentengoederen.