onderextrusie

Onderextrusie is een veelvoorkomend defect bij FDM-3D-printen waarbij de printer minder materiaal aflevert dan vereist door de slicer, waardoor lagen en contouren ontbreken of dunner zijn. Het leidt tot zichtbare lege ruimtes, onregelmatige oppervlakken en een zwakkere structuur. Dit kan resulteren in zwakke plekken, slecht hechtende lagen en een minder nauwkeurig eindproduct.

Signalen van onderextrusie zijn onder meer zichtbare gaten tussen lijnen van de extrusie, dunne muren, onvolledig gevulde infill en een oppervlak dat rommelig of onregelmatig aanvoelt. Ook kunnen delen van de print niet volledig afgesloten zijn of uiteen vallen onder belasting.

Oorzaken van onderextrusie zijn onder meer: filamentdiameter die groter of minder uniform is dan geadverteerd; variatie in filamentdiameter gedurende een print; een gedeeltelijke verstopping of verstopping in de nozzle; te lage of te hoge hotend-temperatuur voor het materiaal; te hoge print snelheid of onjuiste flow/ extrusion multiplier; mechanische oorzaken zoals een losse of slipende extruder, onvoldoende spanning op de filamentvoering, of problemen in het trekkende systeem; vocht in het filament wat stoom veroorzaakt tijdens het extruderen; en spoolproblemen zoals kabeltjes die vastzitten of filament dat vastloopt.

Troubleshooting omvat stappen zoals controleren en meten van de filamentdiameter en de flow-instellingen, het verhogen van de extrusion multiplier in kleine stappen, controleren op verstoppingen en de nozzle reinigen, controleren of de hotend op de juiste temperatuur blijft, de extruder- en aandrijfmogelijkheden controleren op slijtage of speling, en een extrusion test print doen om calibratie te controleren. Daarnaast kan een lagere printsnelheid, betere ventilatie en een correcte slicer-configuratie helpen bij terugkerende onderextrusie.

Preventie richt zich op consistente filamentkwaliteit, tijdige nozzle- en extruderonderhoud, regelmatige calibratie van de flow en E-steps, en het correct opslaan en drogen van filament. Door deze maatregelen blijft de materiaaltoevoer stabiel en vermindert het risico op onderextrusie.