Home

naambinding

Naambinding is het proces waarbij een naam (identifier) wordt gekoppeld aan een entiteit, waarde of geheugenplaats binnen een systeem, zoals een natuurlijke taal, een programmeertaal of een formeel model. De koppeling bepaalt welk object of welke waarde achter de naam schuilgaat en onder welke omstandigheden die koppeling geldig is.

In linguistische en formeel-semantische contexten verwijst naambinding naar hoe een naam in een model of discourse

In programmeertalen is naambinding de koppeling van een programmeernaam aan een waarde, een geheugenadres of een

Veelvoorkomende gerelateerde termen zijn naamoplossing en shadowing (waar een naam in een innerlijke scope een naam

refereert
aan
een
entiteit.
De
reikwijdte
of
scope
van
een
binding
bepaalt
waar
en
wanneer
de
verwijzing
geldig
is,
en
factoren
zoals
co-referentie
en
bindingstheorie
kunnen
een
rol
spelen
bij
het
begrijpen
welke
entiteiten
aan
welke
namen
worden
gekoppeld.
omgeving
(symbol
table).
Bindingen
ontstaan
meestal
wanneer
een
variabele
wordt
gedeclareerd
of
toegewezen.
Belangrijke
concepten
zijn
bindingstijd
(wanneer
de
koppeling
wordt
gemaakt:
tijdens
compileren
of
uitvoeren),
en
scope
(waarbinnen
de
naam
geldig
is).
Lexicale
(of
statische)
binding
koppelt
namen
aan
entiteiten
volgens
de
blok-
of
functie
structuur,
terwijl
dynamische
binding
afhangt
van
de
uitvoeringscontext.
Early
binding
verwijst
naar
koppelen
op
Compile-tijd,
late
binding
naar
koppeling
tijdens
run-time,
bijvoorbeeld
bij
polymorfe
dispatch.
uit
een
buitenliggende
scope
overschrijft).
In
softwareontwikkeling
en
compilerontwerp
is
een
correcte
naambinding
cruciaal
voor
correcte
verwijzing
naar
variabelen,
functies
en
types.