geldig

Geldig is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat aangeeft dat iets van kracht is, van toepassing is of voldoet aan de geldende regels op een bepaald moment. Het wordt gebruikt voor documenten, afspraken en regels die op een bepaalde datum of gedurende een periode van kracht zijn.

Voorbeelden van gebruik zijn onder meer een geldig paspoort, een geldig ticket of een geldig contract. Een identiteitsbewijs moet meestal geldig zijn bij bepaalde handelingen zoals reizen of toegang tot locaties. Documentslaren worden vaak met een vervaldatum aangeduid, bijvoorbeeld “geldig tot en met 31 december 2024”.

Grammaticaal kan geldig zowel in enkelform als meervoud voorkomen. In combinatie met een zelfstandig naamwoord naar verwachting zonder -e na een onbepaald lidwoord: “een geldig identiteitsbewijs”; bij meervoud of na een bepaald lidwoord kan het bijvoorbeeld “geldige identiteitsbewijzen” worden. In de praktijk ligt de exacte vormverlening in de regels van Nederlandse adjectiefvervoeging.

Gerelateerde termen omvatten geldigheid (het zelfstandig naamwoord dat de status van validiteit aanduidt), ongeldig (tegengesteld), en uitdrukkingen als geldig tot en met, geldigheidsduur en vervaldatum. In juridische en administratieve contexten wordt vaak expliciet verwezen naar de geldigheid van documenten of overeenkomsten.

Etymologisch is geldig afgeleid van het werkwoord gelden, wat ‘van toepassing zijn’ of ‘in werking zijn’ betekent. Het woord benadrukt dus de huidige rechtsgeldigheid of praktische consequentie van een document, afspraak of regel.