koopkrachtpariteit
Koopkrachtpariteit (KPP), in het Engels purchasing power parity (PPP), is een theorie en meetmethode die de koopkracht tussen landen vergelijkt door de prijzen van een identiek mandje goederen en diensten in elk land tegen elkaar af te zetten. In de striktste vorm houdt absolute PPP in dat de prijs van een mandje goederen overal ter wereld gelijk is wanneer deze wordt omgerekend naar een gemeenschappelijke munt. De implicatie is dat de effectieve wisselkoers gelijk is aan de verhouding van prijsniveaus tussen de twee landen. Relatieve PPP gaat uit van inflatieverschillen: de verandering in de nominale wisselkoers komt overeen met het verschil in inflatiepercentages tussen landen.
Historisch werd de theorie in de jaren na de Eerste Wereldoorlog geformuleerd door Gustav Cassel. PPP wordt
In de praktijk wordt PPP toegepast door instellingen zoals de Wereldbank en het IMF om inkomens en
Er zijn ook beperkingen: prijsniveaus bestaan uit zowel handelsgoederen als niet-handelbare goederen; kwaliteit, beschikbaarheid, belastingen en
Een bekend informeel alternatief is de Big Mac-indicator, die op microniveau laat zien hoe ver de marktruilkoers