injectiegebruik

Injectiegebruik verwijst naar het toedienen van stoffen via injectie, meestal in een ader. Hoewel injecties in de medische setting gebruikelijk zijn voor toediening van medicijnen en vaccins, wordt injectiegebruik vaak geassocieerd met misbruik van drugs die via injectie worden toegediend, zoals opioïden of stimulerende middelen.

Gezondheidsrisico's: het gebruik van onsteriele naalden of spuiten vergroot de kans op overdracht van bloedborne ziekten zoals HIV en hepatitis B en C. Daarnaast kunnen bacteriële infecties ontstaan, zoals cellulitis, endocarditis en abcessen. Langdurig intraveneus gebruik kan leiden tot beschadiging van aderen, veneuze insufficiëntie en littekenweefsel, en kan bijdragen aan algemene verslechtering van de gezondheid.

Harm-reduction en preventie: programma's voor de ruil van naalden en spuiten (needle and syringe programs) zorgen voor toegang tot schone materialen en veilige verwijdering. Voorlichting over veilig gebruik, training in het herkennen van overdoses en de beschikbaarheid van naloxon dragen bij aan schadebeperking. Vaccinaties tegen hepatitis B en regelmatige screening op HIV en hepatitis C zijn belangrijke preventieve maatregelen.

Behandeling en ondersteuning: bij afhankelijkheid kan behandeling met opioïde substitutie therapie (OST) zoals methadon of buprenorfine effectief zijn, vaak in combinatie met psychosociale begeleiding en medische zorg. Daarnaast kunnen verwijzing naar verslavingszorg, huisartsenzorg en ondersteuning bij maatschappelijke participatie cruciaal zijn.

Maatschappelijke context: injectiegebruik gaat gepaard met stigma en sociale uitsluiting, wat de toegang tot zorg bemoeilijkt. Beleid en gezondheidszorg die harm reduction en doeltreffende behandeling ondersteunen, kunnen de gezondheid en veiligheid van mensen die injectie gebruiken verbeteren.