Home

hyperactiviteit

Hyperactiviteit verwijst naar een toestand waarin iemand een hoger niveau van motorische activiteit en rusteloosheid vertoont dan passend is voor leeftijd en situatie. Het kan op zichzelf voorkomen, maar komt vaak voor als kenmerk van ADHD of in combinatie met andere neurologische of psychiatrische aandoeningen. Voorbeelden van symptomen zijn voortdurend onrustig bewegen, niet stil kunnen zitten, friemelen, overmatig praten, moeite met af wachten en impulsief handelen.

Oorzaken en ontwikkeling: Hyperactiviteit wordt gezien als een neuroontwikkelingsfenomeen dat ontstaat door een combinatie van genetische

Diagnose: De diagnose berust op klinische beoordeling met criteria uit systemen als DSM-5 of ICD-10. Belangrijke

Behandeling en management: Behandeling is meestal multimodaal en kan bestaan uit gedragstherapie, oudertraining, schoolmatige aanpassingen en

Prevalentie en prognose: Hyperactiviteit als één op zich staande diagnose komt zelden voor; in de context van

factoren
en
hersenstructuur-
en
hersenfunctieverschillen.
Stofwisselingsaspecten
en
neurotransmitters
zoals
dopamine
en
norepinefrine
spelen
een
rol.
Omgevingsfactoren
zoals
roken
tijdens
de
zwangerschap,
vroeggeboorte
en
blootstelling
aan
toxische
stoffen
kunnen
het
risico
verhogen,
maar
er
is
meestal
geen
enkele
oorzaak
aan
te
wijzen.
Meestal
begint
hyperactiviteit
in
de
kindertijd
en
kan
het
aanhouden
tot
de
adolescentie
of
volwassenheid;
bij
velen
neemt
de
hyperactiviteit
in
de
loop
van
de
jaren
af
of
verandert
deze
van
aard.
elementen
zijn
dat
de
symptomen
al
vóór
het
twaalfde
levensjaar
aanwezig
zijn,
in
meer
dan
één
setting
voorkomen
en
leiden
tot
duidelijke
beperkingen
in
sociale,
school-
of
werkprestaties.
Daarnaast
kan
aanvullende
evaluatie
nodig
zijn
en
informatie
van
ouders,
leraren
en
anderen
worden
betrokken.
Vaak
treden
ook
comorbide
aandoeningen
op.
structuur
in
dagelijkse
routines.
Medicatie
kan
helpen
bij
sommige
personen;
stimulanten
zoals
methylfenidaat
of
amphetaminepreparaten
worden
vaak
ingezet,
naast
niet-stimulerende
medicijnen
zoals
atomoxetine
of
guanfacine.
Behandelplannen
worden
afgestemd
op
leeftijd,
comorbiditeiten
en
respons,
met
regelmatige
evaluatie.
Leefstijlinterventies
zoals
regelmatige
lichamelijke
activiteit,
voldoende
slaap
en
consistente
routines
kunnen
ondersteunend
zijn.
ADHD
komt
zij
voor
binnen
verschillende
subtypes.
ADHD
treft
naar
schatting
circa
5%
van
kinderen
wereldwijd,
en
de
meeste
kinderen
ontwikkelen
beter
passende
regulatie
naarmate
ze
ouder
worden,
hoewel
bij
sommigen
symptomen
persisteren.