gewasvoeding

Gewasvoeding is het geheel van voedingsstoffen dat aan gewassen beschikbaar wordt gesteld om groei, opbrengst en kwaliteit te ondersteunen. Het omvat macronutriënten zoals stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K); secundaire nutriënten zoals calcium (Ca), magnesium (Mg) en zwavel (S); en micronutriënten zoals ijzer (Fe), mangaan (Mn), zink (Zn), koper (Cu), boor (B) en molybdeen (Mo). De benodigde hoeveelheden variëren per gewas, groeifase en teeltomstandigheden. De beschikbaarheid van nutriënten wordt beïnvloed door bodemchemie, pH, organische stof en vochtigheid.

Gewasvoeding kan plaatsvinden via bodemtoepassing, via substraat bij teelten op steenwol of kokos, of via bladvoeding. Veelvoorkomende bronnen zijn minerale meststoffen (zoals NPK-meststoffen, ammoniumnitraat, calciumchloride), organische meststoffen (stalmest, compost, groenbemesting) en gespecialiseerde micronutriëntenmengsels. De kunst is een evenwichtige voeding leveren, zodat de plant tijdens haar levenscyclus voldoende nutriënten opneemt zonder overmatig te belasten.

Bij bemestingsbeheer worden vaak bodem- en bladanalyses uitgevoerd en wordt het schema afgestemd op de rijpingsfase en het weer. Toepassingsmethoden zoals fertirrigatie of voeding via substraat maken het mogelijk voedingen nauwkeurig te sturen. Milieukwesties zoals nitratenuitspoeling en fosfaatafvoer nemen toe in intensieve systemen; dit wordt bestreden door gerichte, gedeelde toediening, langwerkende of gecontroleerd vrijkomende meststoffen en geïntegreerd nutriëntenbeheer.