Home

gedragsdoelen

Gedragsdoelen zijn concrete, observeerbare doelen die aangeven welke gedragingen een persoon in een specifieke situatie en tijdsperiode moet vertonen of vermijden. Ze worden veel gebruikt in onderwijs, zorg en begeleiding om gedrag te sturen, interventies te plannen en voortgang te evalueren.

Kenmerken en werkwijze

Gedragsdoelen zijn vaak SMART: Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar of haalbaar, Realistisch en Tijdsgebonden. Ze beschrijven duidelijke criteria

Formulering en toepassing

Een goed geformuleerd gedragsdoel geeft aan wat de gewenste gedraging is, wanneer, waar en met welke mate.

Monitoring en evaluatie

Voortgang wordt gemeten door observaties, logboeken of digitale monitoring en geëvalueerd in regelmatige controles. Bij insufficient

voor
succes,
de
context
waarin
het
gedrag
geldt
en
hoe
vaak
of
hoe
lang
het
gedrag
moet
worden
vertoond.
Doelen
worden
meestal
opgesteld
in
samenspraak
met
betrokkenen
zoals
leerlingen,
cliënten,
ouders,
leraren
of
zorgverleners,
met
aandacht
voor
respect
voor
autonomie
en
waardigheid.
Voorbeelden
zijn:
“De
leerling
meldt
zich
op
tijd
aan
en
heeft
het
lesmateriaal
bij
zich
in
9
van
de
10
lessen
gedurende
vier
weken,”
of
“De
cliënt
toont
dagelijks
twee
ademhalingsoefeningen
tijdens
stressmomenten,
gedurende
twee
weken.”
Gedragsdoelen
dienen
gericht
te
zijn
op
positief
gewenst
gedrag
en
niet
op
straf
of
taal
die
stigmatiserend
kan
zijn.
voortgang
kunnen
doelen
worden
bijgesteld
of
aanvullende
interventies
worden
ingezet.
Gedragsdoelen
vormen
zo
een
instrument
voor
gerichte
begeleiding
en
verantwoorde
besluitvorming
in
ondersteuningssettings.