fossielinhoud

Fossielinhoud is de hoeveelheid fossielen die aanwezig is in een gesteente of sedimentreeks. De term omvat zowel macrofossielen, zoals schelpen, botten en tanden, als microfossielen, zoals foraminiferen, pollen en sporen, en kan ook traces van organismen omvatten. In biostratigrafie, paleoecologie en geologie is de fossielinhoud een belangrijke indicator voor ouderdomsbenadering, milieugeschiktheid van elk laag en de samenstelling van oud ecosystemen.

Kwantitatieve en kwalitatieve beoordelingen worden gebruikt om fossielinhoud te beschrijven. Kwantitatief kan men fossielen tellen per eenheid volume of gewicht, of het aandeel fossielmateriaal uitdrukken als percentage van de totale monsters. Kwalitatief beschrijft de typen fossielen en hun kenmerken, evenals de aanwezigheid van sleutel- of indexfossielen die helpen bij leeftijdsbepaling en correlatie tussen locaties. Voor microfossielen worden specifieke analysemethoden zoals palynologie of foraminiferenanalyse toegepast.

Methoden en interpretatie: fossielinhoud wordt meestal bepaald door het verzamelen en sorteren van monsters, vervolgens determineren en tellen of identificeren. De interpretatie moet rekening houden met taphonomische factoren (preservatie, transport en diagenese) en met biases bij maar beperkte bemonstering. Deze factoren kunnen de apparentie abundantie en diversiteit beïnvloeden.

Toepassingen en belang: de fossielinhoud ondersteunt biostratigraphische dating, regionale en wereldwijde correlatie van stratigrafische kolommen, reconstructie van vroegere ecosystemen en milieuomstandigheden. Voorbeelden zijn mariene afzettingen met indexfossielen zoals foraminiferen en ammonieten, of terrestrische afzettingen met pollen en zaden.