eindigend

Eindigend is de tegenwoordige deelwoord (present participle) van het Nederlandse werkwoord eindigen, en betekent letterlijk ‘dat eindigt’ of ‘dat aan het einde zijn’. In het Nederlands wordt het gebruikt als een adjectief of als deelwoord om een toestand of actie die gaande is te beschrijven.

Vorming en gebruik: eindigend wordt gevormd door het achtervoegsel -end toe te voegen aan de stam van het werkwoord eindigen. Het deelwoord kan dienen als een bijvoeglijk woord (een eindigend proces) of predicatief in zinnen (het proces is eindigend). Het geeft een voortdurende handeling of toestand weer, in tegenstelling tot voltooid of afgelopen. In praktijk kan het vergeleken worden met het Engelse -ing-participle.

Zinsfunctie en nuancering: eindigend geeft aan dat iets op zijn einde afloopt of zich in de eindfase bevindt. Het kan voorkomen in formele of descriptieve taal, bijvoorbeeld in descriptieve beschrijvingen van processen, peilingen of tijdsaflopen. In veel alledaagse situaties wordt echter vaker gekozen voor andere uitdrukkingen zoals vocabulaire rond beëindiging of voltooiing (bijvoorbeeld afsluitend, concluderend, afgerond), afhankelijk van de exacte betekenis die men wil overbrengen.

Relatie tot andere vormen: eindigend is een voorbeeld van de bredere groep van presente deelwoorden in het Nederlands, die ontstaan uit werkwoorden met het suffix -end. Dit suffix is gemeenschappelijk in de Germaanse talen en heeft cognaten in andere talen; in het Engels komt het overeen met de -ing-vorm.

Zie ook: eindigen, present participle, -end-suffix, Nederlandse grammatica.