drukbereik

Drukbereik is het interval van drukken waarin een apparaat, sensor of systeem betrouwbaar kan opereren en met de gewenste nauwkeurigheid kan meten of regelen. Het bestaat uit een minimumdruk en een maximumdruk en wordt bepaald door de sensoreigenschappen, de constructie en de gebruikte signaalomzetting. Buiten dit bereik kunnen metingen onbetrouwbaar worden, kan de uitgang satureren, of kan sprake zijn van schade.

Drukbereik wordt uitgedrukt in eenheden zoals pascal (Pa), kilopascal (kPa), bar of psi. In de praktijk verschillen de waarden per toepassing. Bij sensoren is het vaak voordelig dat het meetbereik ruim boven de gewenste meetrange ligt, zodat de nauwkeurigheid behouden blijft, maar een te groot bereik kan de resolutie verminderen. Veel instrumenten kennen ook een overdrukkingsdrempel waardoor overbelasting niet direct resulteert in directe schade maar wel de meting verstorend kan beïnvloeden.

Voorbeelden van drukbereiken: banden- en carrosserietoepassingen gebruiken doorgaans enkele bar; hydraulische systemen opereren vaak in tientallen tot honderden bar; pneumatische systemen kennen vaak 0,5 tot enkele tientallen bar, afhankelijk van vereisten.

Bij ontwerp en kalibratie wordt het drukbereik vastgesteld en gevalideerd volgens relevante normen. Factoren die het bereik beïnvloeden zijn temperatuurschommelingen, trillingen, lekken en de gewenste dynamiek van metingen of regels. Het juiste drukbereik is essentieel voor betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en veiligheid in toepassingen zoals meet- en regelsystemen, voertuigen, industriële procescontrole en HVAC.