Home

dicteerde

Dicteerde is de verleden tijd van het Nederlandse werkwoord dicteren. Dicteren betekent het mondeling uitspreken van teksten of woorden ten behoeve van iemand anders die deze uitspraak opschrijft of vastlegt. Zo dicteerde zij de brief aan haar secretaresse, zodat deze kon noteren wat er gezegd werd.

Vervoegingen en gebruik: ik dicteerde, jij dicteerde, hij dicteerde; wij dicteerden, jullie dicteerden, zij dicteerden. Het

Etymologie en geschiedenis: het werkwoord dicteren stamt uit het Middelnederlands en is afgeleid van het Latijnse

Huidige context en verwante termen: met de opkomst van spraakherkenning en dictatiesoftware blijft dicteren een gangbare

voltooid
deelwoord
is
gedicteerd
en
wordt
gebruikt
in
samengestelde
tijden
met
hebben
of
zijn,
bijvoorbeeld:
hij
heeft
gedicteerd
of
de
brief
is
gedicteerd.
Dicteren
wordt
vaak
toegepast
bij
het
schrijven
van
brieven,
rapporten
of
notulen,
waarbij
de
spreker
de
tekst
aan
een
secretaris
of
toehoorder
opdraagt
om
vast
te
leggen.
dicere
(‘zeggen’)
via
het
Franse
dicter.
Historisch
werd
dictatie
veel
gebruikt
in
administratieve
en
onderwijscontexten,
waar
snelle
mondelinge
overdracht
van
tekst
cruciaal
was
en
stenografen
de
uitgedragen
woorden
snel
moesten
vastleggen.
handeling,
vooral
in
professionele
en
educatieve
omgevingen.
Het
verwante
zelfstandig
naamwoord
dictaat
verwijst
in
het
Nederlands
doorgaans
naar
een
eenzijdig
opleggen
of
ultimatum
door
een
hogere
macht,
en
is
daarmee
semantisch
verschillend
van
dicteren.
Dicteren
blijft
echter
een
kernonderdeel
van
menselijke
transcriptie
en
communicatie.