Home

circulatieregulatie

Circulatieregulatie verwijst naar de mechanismen die de bloedcirculatie sturen om een adequate perfusie van weefsels te waarborgen. Het omvat de regulatie van hartslag, slagvolume, vasculaire tonus en de verdeling van bloed gedurende het systeem, zodat organen de juiste bloedtoevoer ontvangen bij verschillende activiteiten en omstandigheden.

De centrale regie ligt in het zenuwstelsel, met de medulla oblongata als belangrijkste hub. Het autonome zenuwstelsel

Lokale autoregulatie zorgt voor regionale controle van bloedstroom. Bij elk weefsel kan de afgifte van vasodilatoren

Langdurige regulatie omvat hormonale aanpassingen die vochtbalans en plasmavolume beïnvloeden, zoals het renine-angiotensine-aldosteronsysteem, natriuretische peptiden en

De verdeling van bloedtoevoer past zich aan bij inspanning, koeling of ziekte, zodat vitale organen prioriteit

past
hartfrequentie
en
contractiliteit
aan
en
beïnvloedt
vasoconstrictie
en
vasodilatatie.
Receptoren
registreren
veranderingen
in
bloeddruk
(baroreceptoren)
en
in
pH,
CO2
en
O2
(chemreceptoren)
en
sturen
passende
aanpassingen.
(zoals
stikstofoxide
en
adenosine)
of
vasoconstrictoren
de
lokale
doorbloeding
aanpassen
aan
de
metabole
behoefte.
Hersen-,
nier-
en
skeletspiercirculatie
laten
doorgaans
een
stabiele
bloedstroom
behouden
ondanks
variaties
in
arteriële
druk.
ADH,
naast
adrenerge
invloeden
die
samen
de
bloeddruk
en
circulatie
op
lange
termijn
stabiliseren.
krijgen.
Verstoring
van
circulatieregulatie
kan
leiden
tot
aandoeningen
zoals
hypertensie,
shock
of
hartfalen
en
vereist
evaluatie
van
zowel
systemische
als
lokale
regulatiemechanismen.