Home

contractiliteit

Contractiliteit is de intrinsieke kracht van spiercontractie bij een gegeven lengte en prikkel. In de context van het hart verwijst het naar de mate van myocardiale contractie onafhankelijk van preload (de vullingsgraad) en afterload (de druk waaraan het hart moet werken). Het begrip onderscheidt zich van elasticiteit en compliance, die rekbaarheidskenmerken van het ventrikel betreffen.

Mechanismen en regulatie: bij hart- en skeletspier vindt contractie plaats via excitatie‑contractie koppeling. Calcium dat vrijkomt

Positieve inotropie verhoogt contractiliteit en kan ontstaan door sympathische stimulatie via β1‑receptoren, wat via cAMP en

Beoordeling en klinische relevantie: contractiliteit wordt geschat met parameters als de maximale waarde van dP/dt (drukveranderingen

Overige: bij glad spierweefsel wordt contractie gereguleerd door calcium‑calmoduline en myosine-light-chain-kinase (MLCK), die fosforylatie van de

uit
het
sarcoplasmatisch
reticulum
bindt
aan
troponine
C,
waardoor
tropomyosine
verschuift
en
cross-bridges
tussen
actine
en
myosine
kunnen
vormen.
De
kracht
van
de
contractie
hangt
af
van
de
intracellulaire
calciumconcentratie
en
van
de
sarcomerelengte.
In
het
hart
reguleert
daarnaast
de
hoeveelheid
calcium
die
via
L-type
kanalen
binnenkomt
de
contractiliteit.
PKA
de
calciumdoorstroming
en
de
calciumgevoeligheid
verhoogt.
Negatieve
inotropie
treedt
op
bij
acidose,
hypoxie,
ischemie
en
onder
invloed
van
bèta-blokkers
of
calciumantagonisten.
Medicamenteuze
inotropie,
zoals
digitaleis-achtige
middelen,
kan
de
contractiliteit
vergroten
bij
hartfalen.
per
tijdseenheid)
en
de
ejectiefractie;
end-systolische
elastantie
is
een
maat
voor
de
contractiele
staat.
Veranderingen
in
contractiliteit
spelen
een
centrale
rol
bij
hartfalen,
shock
en
perioperatieve
hemodynamiek
en
bepalen
de
keuze
voor
inotrope
therapieën.
lichte
myosineketten
invoert
en
daarmee
de
contractie
mogelijk
maakt;
bij
hart-
en
skeletspier
verloopt
contractie
voornamelijk
via
calciumbinding
aan
troponine
C.