Home

brandbaarheid

Brandbaarheid is de eigenschap van een stof of product om te ontbranden of te ontsteken onder bepaalde omstandigheden. Het is een belangrijke factor in brandveiligheid en risicobeoordeling en varieert sterk tussen materialen. In regelgevende contexten worden stoffen vaak geclassificeerd naar hoe gemakkelijk ze vlamvat en uitdrukken via kenmerken zoals het ontstekingspunt, dampdichtheid en vlambaarheidsbereik.

Belangrijke concepten bij brandbaarheid zijn onder meer het ontstekingspunt of flash point (de laagste temperatuur waarbij

Regelgeving en classificatie variëren per jurisdictie, maar veel systemen gebruiken flash point en/of damp-vlucht om te

de
damp
van
een
stof
genoeg
is
om
bij
een
ontstekingsbron
te
ontbranden),
en
het
autowarmpunt
(autoignition
temperature),
de
temperatuur
waarbij
de
stof
zonder
ontstekingsbron
zelf
vlam
vlam
vat.
Ook
het
vlambaarheidsbereik
(LFL
en
UFL),
oftewel
de
minimale
en
maximale
dampprevalentie
in
lucht
waarbij
ontbranding
mogelijk
is,
speelt
een
rol.
De
mate
van
vluchtigheid
en
dampdruk
beïnvloedt
hoe
snel
dampen
kunnen
opstijgen
en
zich
ophopen.
Daarnaast
spelen
toevoegingen,
zuurte-
en
oxiderende
omstandigheden
en
aanwezigheid
van
zuurstof
een
rol.
Voor
sommige
materialen
gelden
tevens
specifieke
overwegingen
zoals
pyrotechnische
of
corrosieve
eigenschappen.
bepalen
of
een
stof
als
ontvlambaar
wordt
geclassificeerd.
In
de
Europese
Unie
worden
classificaties
vaak
vastgelegd
via
CLP/GHS
met
bijbehorende
H-zinnen
(bijvoorbeeld
H224
zeer
ontvlambare
vloeistof,
H225
ontvlambare
vloeistof)
en
in
andere
regio’s
bestaan
vergelijkbare
criteria.
Voor
veiligheid
en
opslag
gelden
doorgaans
strikte
maatregelen
zoals
voldoende
ventilatie,
afstand
van
ontstekingsbronnen,
aardings-
en
bondingprocedures,
geschikte
blusmiddelen
en
correcte
labeling.
Materialspecificiteit
en
toepassingscontext
bepalen
de
precieze
veiligheidsvereisten.