Home

bodemgrenzen

Bodemgrenzen verwijzen naar de grenzen tussen verschillende bodems of tussen verschillende horizonten binnen een bodemprofiel. In de pedologie worden deze grenzen gebruikt om onderscheidende bodemeenheden aan te geven en om kaarten van de bodem te kunnen produceren. Grenzen kunnen abrupt zijn, wanneer kenmerken zoals textuur, kleur, structuur of vochttoestand plotseling veranderen, of geleidelijk, wanneer deze kenmerken langzaam over afstand veranderen. Ze kunnen voorkomen langs landschappelijke overgangszones, bijvoorbeeld van zandige naar kleiige gebieden, maar ook binnen een profiel tussen A-, B- en C-horizons.

Bij veldonderzoek worden grenskenmerken beoordeeld aan de hand van observeerbare eigenschappen zoals kleur (vaak met behulp

Factoren die bodemboundaries bepalen, omvatten drainageomstandigheden, morfologie van het landschap, ontstaansgeschiedenis en bodemvormingprocessen zoals eluviatie, illuviatie

Toepassingen van inzicht in bodemboundaries zijn onder meer land- en natuurbeheer, landbouwplanning, drainage- en beregeningsontwerpen, bouw-

van
de
Munsell-kaart),
textuur,
bodemstructuur,
diepte
tot
onbewerkte
ondergrond,
vochtgehalte
en
organische
stof.
Op
bodemkaarten
worden
bodemscheidingen
vastgelegd
als
lijnen
die
twee
verschillende
bodemtypen
of
twee
bodemhorizonten
scheiden.
De
precieze
locatie
van
grenzen
kan
afhankelijk
zijn
van
beschrijverskeuze
en
van
de
schaal
van
de
kaart.
en
horizontale
verschuivingen
van
organische
stof.
Grenzen
zijn
daarom
vaak
het
resultaat
van
een
combinatie
van
natuurlijke
factoren
en
actuele
landgebruik.
en
infrastructuurplanning,
en
milieubeoordelingen.
In
moderne
bodemkunde
worden
grenzen
ook
afgeleid
met
digitale
kaarten
en
GIS,
ondersteund
door
veldgegevens
en
laboratoriumanalyses.