bitmapindeling

Bitmapindeling is de wijze waarop een bitmapafbeelding wordt opgeslagen in geheugen of op schijf. Het beschrijft hoe de pixels zijn gerangschikt, welke kleurinformatie per pixel aanwezig is en welke rand- of paddingregels gelden om de data uitgelijnd te houden. Vaak gaat het om ongewijzigde opslag, hoewel compressie in sommige varianten voorkomt.

Pixelopmaak en kleurendiepte: Een bitmap kan verschillende kleurendieptes hebben, bijvoorbeeld 1, 4, 8, 16, 24 of 32 bits per pixel. Bij 1, 2, 4 of 8 bpp wordt doorgaans een palet gebruikt; bij 16, 24 en 32 bpp is er directe kleuropmaak. In 16- en 32-bpp kunnen color masks aangeven welke bits tot de rode, groene en blauwe component behoren, en soms is er een alpha-kanaal aanwezig.

Rijpadding en stride: Veel ongescomprimeerde bitmapformaten vereisen dat elke rij eindigt op een veelvoud van 4 bytes. De werkelijke rijbreedte (de stride) is afhankelijk van breedte, bits per pixel en de benodigde padding, wat kan leiden tot verschillende geheugenindelingen tussen systemen.

Rijvolgorde en oriëntatie: Sommige formaten slaan rijen op van onder naar boven, wat invloed heeft op de weergave bij decodering. Andere indelingen leveren een top-down volgorde. Deze keuzes bepalen hoe een afbeelding moet worden gelezen om correct te worden weergegeven.

Toepassingen en varianten: Bitmapindeling is relevant voor beeldbewerkingssoftware, grafische pipelines en besturingssysteemonderdelen. Voorbeelden zijn Windows BMP/DIB, waar de header de indeling specificeert, en de combinatie van palet- of pixelformaten die per toepassing kan variëren.