besturingssysteemonderdelen
Een besturingssysteem bestaat uit meerdere onderdelen die samenwerken om hardwarebronnen te beheren en services aan applicaties te leveren.
De kernel vormt de kern van het systeem en beheert CPU-tijd, geheugen, interrupt handling en input/output.
Proces- en planning: processen en threads worden aangemaakt en uitgevoerd, met context switching en een scheduler
Geheugenbeheer: het systeem biedt virtueel geheugen, met paginering of segmentering, toewijzing van geheugen aan processen en
Bestandssystemen en opslag: bestanden en directories worden beheerd, samen met toegangsmachtigingen, caching en schijfruimtebeheer.
I/O en drivers: een I/O-subsysteem coordineert communicatie met hardware via device drivers en ondersteunt buffering en
Systeemoproepen en inter-process communicatie: toepassingen communiceren met de kernel via systeemaanroepen; IPC-mechanismen zoals pipes, sockets en
Beveiliging en bescherming: modellen voor toegangscontroles, isolatie tussen processen, authenticatie, autorisatie en beveiligingsmaatregelen tegen misbruik.
Netwerk en virtualisatie: veel OS'en bevatten een netwerkstack, en ondersteuning voor virtuele machines of containers via
Gebruikersinterfaces en hulpprogramma's: commandoregelinterface en grafische gebruikersinterface geven toegang tot functies, aangevuld met systeemdiensten, logboeken en