Home

bijvoeglijknaamwoordsuffix

Bijvoeglijk naamwoord, often written as bijvoeglijknaamwoord, is een woordsoort die een zelfstandig naamwoord beschrijft of specificeert, zoals kleur, maat of kwaliteit. In het Nederlands dient het vooral om eigenschappen van een noun aan te geven, bijvoorbeeld "een grote auto" of "het rode boek". Het verschil met een predicatieve eigenschap is dat een bijvoeglijk naamwoord meestal direct vóór het zelfstandig naamwoord staat (attributieve functie), terwijl een predicatieve eigenschap achter een koppelwerkwoord komt, bijvoorbeeld "de auto is rood".

Attributieve en predicatieve positie

- Attributieve positie: het bijvoeglijk naamwoord staat direct voor het zelfstandig naamwoord, bv. "de grote man", "een

- Predicatieve positie: het bijvoeglijk naamwoord volgt een koppelwerkwoord als zijn/worden/blijven, bv. "De man is groot", "Het

Verbuigingsregels (attributief)

- Zwakke verbuiging (meestal na een bepaald lidwoord of determiners zoals de, het, dit, die, mijn): het

- Sterke verbuiging (na onbepaald lidwoord een/een of zonder lidwoord, enkel in enkelvoud): het basiswoord blijft vaak

- Meervoud: in attributieve positie krijgen de bijvoeglijke naamwoorden vaak -e, bv. "de grote auto's", "grote huizen".

Vergelijking en superlatief

- Vergrotende trap: meestal vormen door -er (bijv. groot → groter).

- Overtreffende trap: vaak -st of met de/het als lidwoord: "de grootste auto" of "het grootste huis".

Samengevat beschrijven bijvoeglijke naamwoorden eigenschappen en stemmen ze af op getal, geslacht en definiteness wanneer ze

mooi
boek",
"mijn
oude
auto".
boek
blijft
interessant".
bijvoeglijk
naamwoord
krijgt
meestal
-e.
Voorbeelden:
"de
grote
auto",
"de
oude
films",
"mijn
vriendelijke
familie".
zonder
uitgang,
bv.
"een
groot
huis",
"een
nieuw
boek"
(hoewel
sommige
woorden
wisselend
voorkomen).
attributief
voorkomen,
terwijl
predicatieve
bijvoeglijke
naamwoorden
onveranderd
blijven
na
een
koppelwerkwoord.