afgevoerde

Afgevoerde is een bijvoeglijk naamwoord dat in het Nederlands is afgeleid van het werkwoord afvoeren. Het draagt de betekenis van “weggebracht, verwijderd of vervoerd naar ergens anders” en wordt gebruikt om aan te geven dat iets al als zodanig is behandeld of verplaatst.

In de standaardtaal is de voltooide deelwoordvorm afgevoerd. De vorm afgevoerde komt voor in attributieve positie vóór een zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld: de afgevoerde lading, de afgevoerde afvalstoffen. In dergelijke gevallen slaat de bijvoeglijke functie op een toestand die is ontstaan door een eerder uitgevoerde handeling. De combinatie met lidwoorden (de/het) beïnvloedt de ending van het participaal bijvoeglijk naamwoord: na de-woorden krijgt het vaak een -e.

Het bezit van de vorm afgevoerd versus afgevoerde verwijst dus naar grammaticale positie en de gewenste nadruk; afgevoerd blijft de meest gebruikelijke passieve deelwoordvorm, terwijl afgevoerde vooral als attributief bijvoeglijk naamwoord optreedt. De term wordt veel aangetroffen in technische en administratieve teksten, zoals logistiek, afvalbeheer en procesbeschrijvingen, waar gesproken wordt over “afgevoerde goederen,” “afgevoerde stoffen” of soortgelijke aanduidingen.

Samenvattend verwijst afgevoerde naar iets dat reeds is verwijderd of vervoerd, en dient vooral als attributief bijvoeglijk naamwoord in combinatie met een zelfstandig naamwoord. Het is nauw verwant aan de woorden afvoeren en afvoer, en hangt nauw samen met de context waarin de handeling van verwijderen of verwijderen heeft plaatsgevonden.