Home

Transitieperiodes

Transitieperiodes zijn periodes waarin een socio-technisch systeem verandert van een bestaand, stabiel regime naar een nieuw, alternatief regime. Ze ontstaan door langdurige veranderingen in technologie, economie, regelgeving en gedrag, en worden gekenmerkt door onzekerheid, experimenten en maatschappelijke keuzemogelijkheden die richting geven aan de lange termijn.

Kenmerken van transitieperiodes zijn onder meer dat verandering zelden lineair verloopt: oude en nieuwe praktijken bestaan

Transitieperiodes komen voor in verschillende domeinen, bijvoorbeeld de energietransitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare bronnen; de

Beleid en praktijk richten transitieperiodes aan met lange-termijnvisies, governance op meerdere niveaus en leer- en experimenten.

gelijktijdig
naast
elkaar,
er
ontstaan
spanningen
tussen
gevestigde
belangen
en
vernieuwende
ideeën,
en
het
doorlopen
van
meerdere
fasen
kan
lang
duren.
Positieve
krachten
zoals
technologische
innovatie
en
beleidsstimuli
kunnen
tipping
points
verleggen;
tegengestelde
krachten
zoals
publieke
weerstand
of
kapitaalkosten
kunnen
vertragen.
mobiliteitstransitie
met
verschuivingen
naar
elektrisch
of
gedeeld
vervoer;
de
digitale
transitie
die
processen
automatiseert
en
connectiviteit
vergroot;
en
sociale
of
demografische
transities
zoals
vergrijzing
en
verstedelijking.
In
onderwijs
en
arbeid
toont
zich
vaak
een
transitie
naar
digitale
en
flexibele
leermethoden
en
skillsets.
Transitiemanagement
en
de
Multi-Level
Perspective
bieden
raamwerken
voor
het
verbinden
van
experimenten
in
niches
met
bredere
systeemveranderingen
en
de
onderliggende
instituties.
Monitoring
van
indicatoren,
betrokkenheid
van
belanghebbenden
en
flexibiliteit
in
regels
helpen
om
overgangsdoelen
te
verwezenlijken.