Tekenbeten

Teckenbeten zijn de beten van teken, kleine parasieten die zich aan de huid vastbijten om bloed te zuigen. Teken komen vooral voor in graslanden en bosranden en zijn in veel delen van Europa actief in het voorjaar en de zomer, maar kunnen ook in milde klimaten het hele jaar voorkomen. De meeste tekenbeten veroorzaken geen ernstige ziekte, maar sommige teken kunnen ziekteverwekkers overdragen.

Welke ziekten worden overdragen hangt af van de soort teek, de duur van de aanhechting en de regio. In Europa is Ixodes ricinus de belangrijkste soort voor mensen. Via teken kunnen Borrelia burgdorferi (Lymeziekte), Anaplasma en andere pathogenen worden overgedragen; in sommige gebieden komt ook tekenencefalitisvirus (TBE) voor. De overdracht vindt vooral plaats als de teek langere tijd aan de huid heeft vastgezet.

Symptomen variëren. Direct na de beet kan een rode vlek ontstaan; bij Lyme kan een zich uitbreidende uitslag ontstaan (erythema migrans). Soms volgen griepachtige klachten, koorts, hoofdpijn en spierpijn. Veel tekenbeten blijven asymptomatisch.

Verwijderen: verwijder de teek zo snel mogelijk met fijne puntige tang, dicht bij de huid en trek recht omhoog. Vermijd knijpen of verdraaien van het lijfje. Maak de huid schoon en was je handen. Behoud de teek eventueel voor mogelijke identificatie. Raadpleeg een arts bij aanhoudende klachten, uitgebreide uitslag of koorts na een beet.

Preventie: draag beschermende kleding, gebruik insectenweringsmiddelen, controleer na buitenactiviteiten het hele lijf op teken en verwijder ze meteen. Houd tuinen en wandelroutes tekenarm.