TSHreceptorantistoffen

TSH-receptorantistoffen (TRAb) zijn autoantistoffen die bindende of stimulerende interacties aangaan met de TSH-receptor (TSHR) op thyrocyten in de schildklier. Ze spelen een belangrijke rol bij verschillende auto-immuun thyroiditis en kunnen de functie van de schildklier beïnvloeden. TRAb komen het meest voor bij Graves’ ziekte, maar kunnen ook voorkomen in andere thyroiditis en in zeldzame gevallen in Hashimoto-thyreoïditis.

Er bestaan verschillende typen TRAb. Stimulerende antistoffen (TSAb) stimuleren de TSH-receptor alsof TSH bindt, wat leidt tot verhoogde productie van schildklierhormonen en meestal tot hyperthyroïdie. Blokkeren de antistoffen binding van TSH aan de receptor en remmen zo de hormoonproductie, wat kan leiden tot hypothyreoïdie. Er zijn ook antistoffen met weinig tot geen functionele activiteit (neutraliserende of niet-stimulerende antistoffen).

Diagnostiek en klinische toepassing: TRAb worden doorgaans aangetoond met immunoassays die de binding aan de TSH-receptor meten (ook wel TBII-tests genoemd) of met functionele bioassays die stimulatie of remming van cAMP-productie in TSHR-expressie cellen meten. Een positieve TRAb-test ondersteunt de diagnose Graves’ ziekte, vooral in combinatie met klinische symptomen en schildklierfunctiepunten. Tijdens de zwangerschap kunnen TRAb de placenta passeren en bij de neonatus thyrotoxicosis of hypothyreoïdie veroorzaken, afhankelijk van het type antistof.

Interpretatie van TRAb-resultaten vereist always klinische context en samenwerking met overige laboratoriumgegevens zoals TSH, vrije T4 en vrije T3. TRAb kunnen variëren in activiteit en niveau onafhankelijk van ziekteactiviteit.