Home

Stelwoorden

Stelwoorden is een term uit de Nederlandse grammatica die verwijst naar woorden die worden gebruikt bij het stellen van vragen of bij het aanwijzen van onbekende elementen in een zin. In veel grammaticale beschrijvingen worden stelwoorden behandeld als vragende woorden, oftewel vraagwoorden, die een directe of indirekte vraag inleiden.

De belangrijkste stelwoorden zijn onder meer wie, wat, welke, wat voor soort, waar, wanneer, waarom, hoe en

Gebruik in directe en indirecte vragen onderscheidt zich vaak in de zinsvolgorde. Directe vragen met stellende

Veelstelwoorden kunnen ook gecombineerd worden met een voor- of voegwoordgroep (waarmee, waarover, waarmee, waarmee). Ze spelen

Zie ook: vraagwoord.

hoeveel.
Deze
woorden
kunnen
functioneren
als
zelfstandig
woord
in
een
vraag,
als
onderdeel
van
een
verbale
constructie,
of
in
samengestelde
vormen
als
waarmee,
waarover,
waarom
niet
enzovoort.
Stelwoorden
kunnen
zowel
als
voornaamwoorden
optreden
(bijv.
Wie
belt
er?)
als
als
bijwoorden
of
sleutelwoorden
in
zinnen
zoals
Waar
ga
je
naartoe?
Hoe
laat
ben
je
thuis?
Hoeveel
kost
het?
woorden
hebben
vaak
een
inversie
van
onderwerp
en
persoonsvorm:
Wie
belt
er?
Wat
eet
jij?
In
indirecte
vragen
blijft
de
normale
volgorde
behouden
en
wordt
vaak
een
voegwoord
gebruikt,
zoals:
Ik
vraag
me
af
wie
er
belt.
Indirecte
ja/nee-vragen
komen
vaak
met
of:
Ik
vraag
me
af
of
hij
komt.
zo
een
cruciale
rol
bij
de
informatieverwerving
en
het
verwerven
van
specificiteit
in
zinnen.