Home

RNAinterferentie

RNA-interferentie (RNAi) is een conservatief biologisch proces waarbij kortgesneden RNA-moleculen leiden tot specifieke onderdrukking van genexpressie. Het mechanisme maakt gebruik van dubbelstrengs RNA om sequencele sturing te geven aan afbraak of repressie van bijbehorende messenger-RNA (mRNA), waardoor de productie van het eiwit afneemt.

Bij RNAi worden dubbelstrengs RNA-moleculen door het enzym Dicer geknipt tot kleine interfererende RNA’s (siRNA) of

RNAi is aanwezig in veel eukaryoten en speelt een rol in regulatie van genexpressie, antivirale verdediging

Toepassingen omvatten functionele genomica, high-throughput gene knockdown en experimentele therapieën. Belangrijke uitdagingen zijn levering van siRNA/shRNA

miRNA-precursors
die
vervolgens
door
het
RISC-complex
(RNA-induced
silencing
complex)
worden
geladen.
Een
van
de
strands
wordt
als
gids
gebruikt
om
complementaire
mRNA-moleculen
te
herkennen.
Als
er
een
sterke,
volledige
complementariteit
aanwezig
is
tussen
het
siRNA
en
het
doel-mRNA,
kan
Ago-eiwit
in
RISC
het
doel-mRNA
cleavage
veroorzaken.
Bij
miRNA-achtig
gedrag
is
de
complementariteit
vaak
minder
volledig,
wat
leidt
tot
translatie-onderdrukking
en/of
verkorte
mRNA-stabiliteit.
Daardoor
kan
RNAi
zowel
mRNA-niveaus
verlagen
als
de
eiwitproductie
remmen.
en
controle
van
transposons.
In
planten
wordt
RNAi
ook
aangedreven
door
virus-
en
transgenese-systemen
en
gebruikt
voor
onderzoek
en
somatische
gene
silencing.
De
ontdekking
van
RNAi
door
Fire
en
Mello
in
Caenorhabditis
elegans
leidde
tot
een
breed
scala
aan
toepassingen
in
functioneel
genomica
en
therapeutisch
onderzoek.
in
cellen
en
weefsels,
off-target
effecten,
immunologische
reacties
en
mogelijke
redundantie
in
de
RNAi-pathways.
Desondanks
zijn
er
klinische
RNAi-therapieën
goedgekeurd,
met
leveringssystemen
zoals
lipide
nanopartikels
die
de
behandeling
mogelijk
maken.