Puppeperiode

Puppeperiode, ook wel de pupale of pupariale fase genoemd, is de levensfase waarin veel insectensoorten metamorfose ondergaan van larve naar volwassene. Tijdens deze periode is het dier meestal inactief en is het vaak beschermend afgesloten in een chrysalis, cocon of een pupale schede. In deze periode vindt een uitgebreide reorganisatie van weefsels en organen plaats, waarbij larvale kenmerken verdwijnen en volwassen kenmerken ontstaan.

Tijdens de pupale fase ondergaat het dier specifi eke fysiologische processen, waaronder histolyse van veel larvale weefsels en histogenese van de volwassen structuren. De hormonale regulatie speelt een cruciale rol: ecdysone stimuleert de voortgang van de metamorfose en de afname of afwezigheid van juveniele hormonen bepaalt of en wanneer de ontwikkeling verder gaat. Sommige pupae kunnen in diapause verkeren, een rusttoestand die de ontwikkeling tijdelijk stopt bij ongunstige omgevingsomstandigheden zoals kou of droogte.

De duur van de puppeperiode varieert sterk tussen soorten en wordt beïnvloed door temperatuur, daglengte en of er diapause plaatsvindt. Enkele pupae doorlopen een paar dagen tot weken, andere blijven maanden in rust voordat ze uitkomen als volwassen insect. De plek waar de pupus zich bevindt (onder grond, in hout, in spinnenwebben, of in een cocon) hangt af van de soort en het levenspatroon.

De pupale fase biedt ecologische voordelen: hij scheidt de larvale en adulte voedselbronnen en niches, vermindert concurrentie tussen levensstadia en stelt insecten in staat grote reproductieverschillen na metamorfose te realiseren.