daglengte

Daglengte is de duur van het daglicht tussen zonsopgang en zonsondergang op een bepaalde locatie. In het meest voorkomende gebruik wordt daglengte uitgedrukt in uren en minuten en gebaseerd op zichtbare zonsopgang en zonsondergang, waarbij rekening wordt gehouden met atmosferische refractie en de lokale horizon. Verschillende definities bestaan, bijvoorbeeld waarbij ook twilight-tijden worden meegeteld, maar voor praktische doeleinden geldt meestal de periode tussen de bovenzijde van de zon die de horizon kruist.

De lengte van de dag varieert door het jaar en naar gelang de breedtegraad. In gematigde zones brengt de winterdag vaak circa 8 uur daglicht met zich mee, terwijl de zomer langer dan 16 uur kan zijn. Naarmate men dichter bij de polen komt, groeit het seizoenale verschil: in sommige zomermaanden kan de zon bijna 24 uur blijven schijnen (middernachtzon) en in de winter kan er langdurig geen zon zijn (poolnacht). In de buurt van de evenaar ligt de daglengte vrij constant rond ongeveer 12 uur.

Factoren die daglengte beïnvloeden zijn onder meer de tilt van de aardas (ongeveer 23,5 graden), de baan van de aarde om de zon en de geometrie van de locatie (breedtegraad en horizon). Atmosferische refractie kan ook kleine verschuivingen veroorzaken bij zonsopgang en zonsondergang. Daglengte heeft praktische implicaties voor landbouw, energieplanning, toerisme en dagelijks leven, en wordt regelmatig gebruikt in weersverwachtingen en astronomische berekeningen. See also: equinox, solstice, polar day, polar night.