Poortnummers

Poortnummers zijn numerieke identificatoren die worden gebruikt door de transportlaag van netwerken, met name TCP en UDP, om specifieke toepassingen op een computer te adresseren. Samen met het IP-adres vormen poortnummers een socket-endpoint waarmee processen kunnen communiceren. Poorten zijn 16-bit getallen, waardoor ze van 0 tot en met 65535 lopen.

In categorieën verdeeld kent men: 0 is gereserveerd; 1 tot en met 1023 zijn well-known of bekende poorten, toegewezen aan veelgebruikte diensten zoals HTTP (80), HTTPS (443), SSH (22), SMTP (25) en DNS (53). 1024 tot en met 49151 zijn geregistreerde poorten, die vaak aan specifieke toepassingen zijn toegekend. 49152 tot en met 65535 zijn dynamische of private poorten, meestal toegewezen door het besturingssysteem voor tijdelijke uitgaande verbindingen.

Gebruikelijk is dat TCP en UDP dezelfde poortnummers kunnen gebruiken, maar elke verbinding beperkt blijft tot hetzelfde protocol. Een server luistert op een vaste poort, terwijl een client een verbinding opent door het doel-IP en de doelpoort te specificeren. Poortnummers kunnen per systeem en protocol variëren, maar IANA beheert de centrale poortregistratie.

Voorbeelden van veelgebruikte poorten zijn HTTP op 80 (TCP), HTTPS op 443 (TCP), SSH op 22 (TCP), SMTP op 25 (TCP) en DNS op 53 (UDP/TCP). Poortnummers spelen ook een cruciale rol in netwerkbeveiliging en firewallbeleid, waar verkeer vaak wordt toegestaan of geweigerd op basis van poortnummer. Ephemeral poorten worden vaak gebruikt voor uitgaande verbindingen.