Poedercoatprocessen

Poedercoatprocessen verwijzen naar droogafwerkingsprocessen waarbij poeder op een oppervlak wordt aangebracht en daarna wordt uitgehard tot een duurzame coating. Het grootste toepassingsgebied ligt op metalen substraten zoals staal en aluminium. Een standaard poedercoattraject bestaat uit voorbehandeling van het oppervlak, applicatie van poeder en verhitting om het poeder te laten smelten of crosslinken.

Toepassingsmethoden: de meest gebruikte methode is elektrostatisch spuiten, waarbij het poeder elektrisch wordt geladen en het oppervlak geaard of positief geladen is, zodat de poederdeeltjes aangetrokken worden. Een alternatief is het fluidized bed, waarbij het werkstuk in een bed poeder dompelt en de poeder tijdens verwarming hecht. Ook tribo-elektrische ladingssystemen komen voor.

Poedersoorten en uitharding: poeders kunnen thermoplastisch of thermohardend zijn. Thermoplastische poeders smelten en vormen een laag bij verhitting; thermohardende poeders ondergaan crosslinking. Uitharding vindt meestal plaats in een oven bij circa 160–210°C en duurt enkele minuten tot een kwartier, afhankelijk van laagdikte en poedertype. De coating biedt doorgaans hoge kras-, slijtvastheid en chemische weerstand.

Voorbehandeling en kwaliteitscontrole: een schone ondergrond wordt meestal ontvet, gereinigd en eventueel geëtst of gefosfateerd om hechting te bevorderen. Overschotpoeder kan teruggewonnen worden. Doorgaans ligt de gewenste laagdikte tussen 40 en 120 μm. Kwaliteitscontrole omvat hechtingstesten, filmdiktemeting en visuele inspectie op defecten. Milieu- en kostenvoordelen komen voort uit lage VOC-emissies en recycling van poeder.