Operatiekamer

Een operatiekamer, ook wel operatiezaal genoemd, is een speciaal ingeruimde, steriele ruimte in een ziekenhuis waar chirurgische ingrepen plaatsvinden onder anesthesie. De kamer is ontworpen om te voldoen aan strikte normen voor asepsis, apparatuur en teamproces en biedt een controleerbare omgeving wat temperatuur, vochtigheid en luchtdruk betreft.

Inrichtingen en uitrusting omvatten een operatietafel, chirurgische verlichting, anesthesieapparatuur en patiëntmonitoring, steriele instrumenten en instrumentenkasten, een scrubs- en kleedruimte, en een aparte doorkomst naar sterilisatieafdeling. Het team bestaat doorgaans uit de chirurg, anesthesioloog of nurse anesthetist, een scrubverpleegkundige (of operatietechnicus), en een circulator die de procedure ondersteunt en de steriele ruimte bewaakt.

De werkwijze omvat preoperatieve beoordeling, anesthesie toediening, de ingreep zelf met aseptische technieken en time-out voor safety, gevolgd door postoperatieve revalidatie in de verkoeverkamer (PACU). Tijdens de operatie wordt continu patiëntmonitoring uitgevoerd (hartslag, bloeddruk, ademhaling, zuurstofverzadiging) en bloed- en vloeistofbeheer geregeld.

Veiligheid en kwaliteitszorg spelen een cruciale rol: steriele veldvoering, sterilisatie van instrumenten, juiste gebruikte instrumenten, en strikte hand- en oppervlaktespoelen. De ruimte wordt geventileerd met HEPA-filtering, gereguleerde temperatuur en luchtdruk, en verkeersbeperkende maatregelen om infectierisico te minimaliseren. Naleving van standaarden en richtlijnen is afhankelijk van nationale regelgeving en ziekenhuisbeleid.

Variaties bestaan onder meer tussen algemene operatiekamers en gespecialiseerde suites zoals endoscopische of orthopedische kamers, die zijn aangepast aan specifieke procedures en apparatuur.