Onwaarschijnlijk

Onwaarschijnlijk is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat “niet waarschijnlijk” betekent: het drukt een lage kans of een zekere scepsis uit ten aanzien van een gebeurtenis of bewering. Het kan predicatief worden gebruikt, bijvoorbeeld: Het is onwaarschijnlijk dat hij op tijd komt, of: Dat verhaal klinkt onwaarschijnlijk. Het kan ook attributief verschijnen, zoals in een onwaarschijnlijk verhaal, al draagt dat vaak een toon van ongeloof.

Etimologisch gezien bestaat onwaarschijnlijk uit het ontkennende voorvoegsel on- en het woord waarschijnlijk. Waarschijnlijk is afgeleid van waarschijn (waarachtige schijn) met het achtervoegsel -lijk, en is verwant aan het Duitse wahrscheinlich en aan het Engelse probably. De combinatie geeft de betwijfelde maar niet uitgesloten kans weer die in het Nederlands door onwaarschijnlijk wordt uitgedrukt.

Gebruik en nuances. Onwaarschijnlijk duidt meestal op een lage maar niet absolute kans; het is sterker dan mogelijk maar zwakker dan onmogelijk. Het kan in informele en formele taal voorkomen en kan zowel in zinnen als zelfstandig naamwoordelijke uitdrukkingen voorkomen, bijvoorbeeld: Het verhaal is onwaarschijnlijk; Dat is onwaarschijnlijk om te geloven. In contrast met onwaarschijnlijk staat waarschijnlijk voor een hoge kans, en met onmogelijk voor absoluut geen kans.

Zie ook: waarschijnlijk, mogelijk, onmogelijk. Verwante woorden in andere talen, zoals het Duitse wahrscheinlich, worden soms gebruikt wanneer men vergelijkbare probabilistische nuance wil overbrengen.