Home

Olieverf

Olieverf is een schildermedium waarin fijn gemalen pigmenten zijn opgelost in een droogtend bindmiddel, meestal lijnolie. Soms worden notenolie of koolzaadolie gebruikt, of mengsels daarvan. Olieverf biedt een rijke kleur, glans en een groot vermogen tot mengen en opbouwen in transparante of dichte lagen. De techniek kreeg in de 15e eeuw in Noordwest-Europa brede toepassing en werd daarna wereldwijd verder ontwikkeld.

De verf droogt langzaam doordat de olie oxideert en een film vormt. De droogtijd varieert met het

Technieken omvatten glazuurwerk, waarbij dunne transparante lagen kleur over elkaar worden aangebracht, en impasto met zichtbare

Ondergronden bestaan uit houten panelen of doek, meestal voorbereid met een gesso- of krijtlaag die de verf

Veiligheid en onderhoud: werken met oplosmiddelen vereist ventilatie en handschoenen; sommige pigmenten zijn giftig (loodwit, cadmium,

Historisch gezien werd olie verf in de 15e–17e eeuw dominant ontwikkeld door Vlaamse en Noord-Nederlandse kunstenaars

Conservering en afwerking: na droging kan een beschermende vernislaag worden aangebracht om kleur te beschermen tegen

pigment,
de
verhouding
olie
en
de
omgeving.
Een
belangrijk
principe
is
vet
over
mager:
olierijke
lagen
boven
dunnere,
minder
vette
lagen
om
scheurvorming
te
voorkomen.
penseelstreken.
Een
onderlaag
kan
grisaille
zijn,
opgesteld
als
tonaliteit
of
schets.
Olieverf
laat
zich
lang
bewerken
en
glad
blenden,
wat
subtiele
overgangen
mogelijk
maakt.
grip
geeft.
Moderne
olieverven
blijven
relatief
flexibel;
er
bestaan
alkyd-olievarianten
die
sneller
drogen.
kwikverbindingen)
en
vernissen
of
resten
vereisen
zorgvuldige
verwijdering.
Reiniging
en
opslag
moeten
volgens
lokale
regels
plaatsvinden.
zoals
Jan
van
Eyck
en
de
Hollandse
meesters;
daarna
bleef
het
een
belangrijke
schildertechniek,
ook
in
moderne
tijden,
soms
in
combinatie
met
synthetische
bindmiddelen.
stof
en
UV-licht.
Veranderingen
in
kleurnuances
kunnen
optreden
met
ouderdom.